Recent Posts

Recent Posts

Pages: 1 ... 4 5 [6] 7 8 ... 10
51
Sponsor introducing / Welkom forum sponsor Innomet
« Last post by Tibear on 31 March 2017, 17:00:43 »
Vanaf 31 Maart 2017 hebben we een nieuwe forumsponsor, Innomet.

Ko Buijs zal geregeld metaalkundige publicaties omtrent titaan op ons forum zetten, heb je vragen stel ze dan gerust!

Het Titanium forum team verwelkomd Innomet!  :)
52
Zirconium / Het Metaal Zirkoon
« Last post by Innomet Ko Buijs on 30 March 2017, 15:03:45 »
Zirkoon ook wel zirkonium genoemd, is een zeer corrosiebestendig metaal dat qua mechanisch gedrag en fysische eigenschappen behoorlijk overeenkomt met titaan. Het metaal reageert uiterst snel met zuurstof waardoor het een hechte stabiele oxidehuid vormt. Het heeft net als titaan een hoge oplosbaarheid voor zuurstof, waterstof en stikstof bij hoge temperatuur. Geringe opnamen van deze gassen zorgen voor een toename van de hardheid en een afname van de ductiliteit. Bij zeer hoge temperaturen zal zirkoon ook reageren met koolstof en koolstofhoudende componenten tot zirkooncarbiden. Hogere gehaltes aan carbiden zullen het metaal doen verbrossen.
Vanwege de grote reactiviteit van zirkoon met zuurstof, stikstof en waterstof bij hoge temperaturen zal in dat geval het metaal beschermd moeten worden met een zuiver inert gas of in een afdoende vacuüm omgeving. Bovendien dient het zirkoon ook vrij te zijn van vet, olie en vuil teneinde te voorkomen dat koolstof- en zuurstofhoudend materiaal het materiaal verbrost of poreusheid veroorzaakt.

Zirkoon heeft een hexagonale pakkingsstructuur (alfa-fase) beneden de 865°C die transformeert naar een kubisch ruimtelijke structuur boven deze temperatuur (bèta-fase). Deze bèta-fase kan men onmogelijk bij kamertemperatuur verkrijgen waardoor men altijd een ongecompliceerde structuur krijgt bij omgevingstemperatuur hetgeen de kans op interkristallijne corrosie verwaarloosbaar klein maakt. Verontreinigingen hebben een grote invloed op de mechanische waarden. Legeringelementen kunnen ofwel de alfa ofwel de bètastructuur bevorderen. Men spreekt dan ook wel van alfa of bèta stabilisatoren. Alfastabilisatoren zijn aluminium, antimoon, tin, beryllium, lood, hafnium, stikstof, zuurstof en cadmium. Bètastabilisatoren zijn ijzer, chroom, nikkel, molybdeen, koper, niobium, tantaal, vanadium, uranium, titaan, mangaan, kobalt en zilver. Vanwege de hexagonale pakkingstructuur heeft zirkoon slechts een beperkt aantal glijvlakken en daarom zijn bepaalde waarden, zoals de uitzettingscoëfficiënt, treksterkte, rek en de buigweerstand variabel in afhankelijkheid van de oriëntatie van het kristalrooster.
Zirkoon kan goed worden verwerkt met bekende methoden mits men drie parameters in acht neemt t.w. lage snijsnelheid, hoge voeding en een overvloedige toediening van snijolie.
Zirkoonlegeringen neigen tot koudversteviging en daarom dienen de vrijloophoeken van de snijgereedschappen groter dan normaal te zijn. Op deze wijze kan de beitel dieper binnendringen in de reeds verstevigde laag.

Zirkoon is niet giftig en daarom vereist de verwerking geen speciale eisen. Het enige gevaar schuilt in de grote verbrandingsneiging waarbij zeer veel energie vrijkomt. Deze pyrofore eigenschap wordt dan pas actueel indien er een kritische verhouding ontstaat tussen oppervlakte en volume. Zeer kleine deeltjes kunnen daarom gemakkelijk tot zelfontbranding komen. Daarom moet men altijd zirkoonspanen of slijpsel bewaren in speciale opslagvaten die dusdanig met water zijn gevuld zodat de zirkoonresiduen altijd onder water staan.

Zirkoon wordt meestal gelast m.b.v. het TIG of MIG-lasproces maar ook wel met het plasma-lasproces en laser. Men kan geen lasprocessen toepassen waar men fluxen moet gebruiken omdat deze de las zullen contamineren waardoor het zirkoon plaatselijk zal verbrossen.
Zirkoon is qua lassen goed te vergelijken met titaan. Het heeft een lage uitzettingcoëfficiënt en dat is een groot voordeel omdat het materiaal dan nauwelijks vervormt tijdens een thermische belasting. Vanwege de lage elasticiteitsmodulus zijn de restspanningen in de lasverbindingen gering. Ondanks dit is het toch aan te raden na het lassen spanningsvrij te gloeien bij 550-600°C. Als richtlijn wordt 1 uur gloeitijd aanbevolen per 25 mm materiaaldikte.
Om een goede lasverbinding in het zirkoon te kunnen maken, dient men reeds in het ontwerpstadium daar rekening mee te houden. Men moet in dit verband ook de mogelijkheden t.a.v. gasbescherming meenemen. Zoals men titaan en roestvast staal last met het TIG-lasproces zo kan men ook zirkoon lassen.

Een groot verschil met het lassen van roestvast staal is dat zirkoon een veel hogere graad van schoon werken vereist en dat men naast het gesmolten metaal ook de afkoelende las goed moet beschermen met een overmaat aan inert gas totdat het materiaal een temperatuur heeft bereikt van 480°C. Op deze wijze kan men atmosferische contaminatie tegengaan. Gesmolten zirkoon reageert met vele stoffen zoals organische en anorganische verbindingen, metalen, vuurvaste bekledingen en vele gassen waardoor het in alle gevallen verbrost. Daarom is het zo enorm van belang dat de te lassen zones en lasdraad vrij zijn van elke vorm van vuil en andere vreemde stoffen. Ook moet het inerte gas (meestal argon) vrij zijn van vocht en andere verontreinigingen. Zijn er toch verontreinigingen in het metaal gekomen dan moet men erop rekenen dat het materiaal op die plaatsen is verbrost en dat de corrosiebestendigheid daar duidelijk minder is.

Het commercieel zuivere kwaliteit Zr 702 wordt het meest industrieel toegepast met name in de chemische sector. Deze kwaliteit heeft de beste corrosiebestendigheid maar is mechanisch de zwakste in vergelijking met alle andere zirkoonlegeringen. De zirkoon kwaliteit Zr 705 heeft echter nagenoeg dezelfde corrosiebestendigheid als Zr 702 maar heeft vanwege de gemengde kristalstructuur mechanische waarden die bijna twee keer zo groot zijn.
53
Niobium / Het metaal niobium
« Last post by Innomet Ko Buijs on 27 March 2017, 15:44:28 »
Niobium is een zacht en zeer ductiel metaal dat koud gedeformeerd kan worden tot een vervormingsgraad van maar liefst 90% voordat gloeien een noodzaak is. Het soortelijk gewicht van 8,57 is nogal laag vergeleken met die van andere hoogsmeltende metalen zoals tantaal en molybdeen dat respectievelijk 16,6 en 10,2 bedraagt. Niobium is op zich een uniek metaal omdat de gunstige verhouding van bepaalde eigenschappen de gebruiker bijzondere mogelijkheden verschaft. Men kan hierbij denken aan:
• Hoge elektrische en thermische geleidbaarheid;
• Lage uitzettingscoëfficiënt;
• Hoge hittebestendigheid;
• Hoge corrosiebestendigheid in vele chemische en biologische toepassingen.

De verwerkbaarheid doet een beetje denken aan het verwerken van koper en daarom is het metaal ook populair geworden bij edelsmedenrijen om er sieraden van te maken. Niobium wordt meetstal ongelegeerd toegepast. Verontreinigingen zoals stikstof, waterstof, zuurstof en koolstof mogen elk zo'n 15 tot 200 ppm bedragen. Ook zijn er enige niobiumlegeringen maar deze worden weinig toegepast. Net zoals andere reactieve metalen dankt niobium zijn corrosiebestendigheid aan een zeer dichte en goed hechtende oxidehuid die het metaal uiterst passief maakt. Daarom kan dit metaal de allermeeste organische- en anorganische zuren weerstaan tot minimaal 100°C m.u.v. fluorwaterstofzuur.

In tegenstelling tot de meeste andere reactieve metalen levert niobium nog prima resultaten in zuren die verontreinigd zijn met fluoriden. Wel heeft niobium wat minder corrosiebestendigheid in reducerende zuren zoals zoutzuur en zwavelzuur. In dat geval kan men beter tantaal toepassen. Het wordt overigens onmiddellijk weer meer resistent indien er oxiderende ionen worden toegevoegd. De goede corrosieweerstand tegen natriumdampen bij hoge temperaturen en drukken maakt het metaal vooral geschikt voor het gebruik in vloeibare alkalimetalen waar tevens de warmte-overdracht kritisch is. Het metaal kan daarom probleemloos tot 1000°C worden ingezet in vloeibaar lithium.

Niobium is echter niet geschikt voor toepassingen in hete waterige alkalische oplossingen omdat de kans dat er waterstofbrosheid ontstaat nogal groot is alhoewel het met de corrosiesnelheid wel meevalt.

Niobium heeft unieke eigenschappen t.b.v. het gebruik van allerlei gassen. In agressieve gassen zoals broom-, chloor- en zwaveldioxide is de corrosiebestendigheid van niobium niet afhankelijk van het vochtgehalte doch wel van de temperatuur. Titaan zal namelijk spontaan branden in droog chloorgas doch niobium is daar geheel ongevoelig voor. Niobium kan probleemloos in chloorgas worden gebruikt tot 200°C, in broom tot 100°C en in koolmonoxide of dioxide tot 250°C. Boven de 200°C zal niobium gaan oxideren aan de lucht en deze oxidatie zal pas echt aanmerkelijk worden boven 500°C. Indien men niobium wil toepassen bij hoge temperaturen dan zal men een beschermende coating moeten aanbrengen aan het oppervlak. Niobium reageert boven 350°C met stikstof en met waterdamp boven 300°C.

Lassen
Niobium een reactief metaal dat zelfs onder zijn smeltpunt reageert met allerlei gassen zoals stikstof, zuurstof, waterstof en kooldioxide. Op het smeltpunt en daarboven zal niobium reageren met de allermeeste fluxen en dat geeft de nodige beperkingen aan het lassen. Zeer belangrijk is dat het metaal grondig wordt gereinigd voordat men gaat lassen. Voor niobium wordt het TIG-lasproces aanbevolen zoals dat ook wordt gebruikt bij roestvast staal, titaan en zirkoon. Toch dienen er enkele lasparameters te worden gewijzigd zodat het gesmolten metaal absoluut zeker wordt bedekt met het inerte argongas. Ook het gebruik van backinggas is een vereiste en de afkoelende las dient ook in het inerte argongas af te koelen i.v.m. de diffusiedrang van verschillende gassen.

Toepassingen
Naast toepassingen van niobium in naverbranders van straalmotoren en juwelen is het metaal ook bijzonder geschikt om gebruikt te worden als buismateriaal in natriumlampen. Ook wordt het toegepast als pijpmateriaal in de ventilatiesystemen van autoclaven. In de ruimtevaart vindt het toepassing als stuwkrachtvergroter bij onder meer satellieten en in uitlaatsystemen. Voorts heeft men niobium met succes toegepast als behuizing voor supergeleiding en als versneller voor zware ionen. Ook industrieel wordt niobium aangewend in warmtewisselaars ten behoeve van zowel corrosieve media als voor stoffen met zeer hoge temperaturen. Als vervanging voor de röntgenstralen is er nu een nieuwe ontwikkeling op de markt, namelijk het MRI-systeem. MRI staat voor ‘Magnetic Resonance Imaging Device’; dankzij niobium dat gebruikt wordt in het ‘diagnosteergereedschap’ kan men nu het menselijk lichaam laagje voor laagje scannen zonder gevaarlijke röntgenstraling.

Niobium is verkrijgbaar in alle wenselijke vormen zoals plaat, folie, staf, draad en buis en kan verwerkt worden met de reeds bestaande gereedschapwerktuigen die ook voor andere metalen worden gebruikt. Het kan mechanisch aan elkaar worden verbonden doch ook door middel van het lasproces. Ook zijn er specifieke soldeertechnieken beschikbaar die een goede verbinding kunnen maken voor bepaalde toepassingen.
54
The PA process atomizes titanium wire with three inert plasma jets.

The process generates highly spherical powders, with a size of around 200 micrometers maximum. (Usually powder sizes are classified as “particle size distribution” or PSD; these come in various categories like 0-25 µm, 0-45 µm, 10-45 µm, etcetera. PA powder can be as small as 0-25 µm PSD). 

Also, the resulting material is very pure.

CP, 6-4, and other alloys can be produced.

Image: Source AP & C

55
Titanium products / De oxidehuid van titaan
« Last post by Innomet Ko Buijs on 24 March 2017, 10:37:58 »
Titaan is geen edelmetaal wat veelal velen denken; integendeel want het is juist zeer onedel maar het gedraagt zich uitzonderlijk edel en dat komt door een superieure oxidehuid die het onderliggende metaal optimaal beschermt. Daarom valt titaan onder de zogenaamde reactieve metalen. Deze overigens zeer dunne titaanoxidehuid geeft een corrosiebestendigheid die het metaal in zeer vele agressieve milieus uitzonderlijk goed laat presteren.

Het wordt daarom wel eens vergeleken met de corrosieprestaties die goud op dit gebied levert. De titaanoxidehuid hecht zich uitzonderlijk goed op het onderliggende metaal waardoor het ook geen zwakke plaatsen kent. Daarnaast is deze huid bijzonder slijtvast en beschikt het over een krachtig ‘self-healing’ effect waardoor allerlei mechanische beschadigingen automatisch worden gerepareerd door op die plaatsen een nieuwe passivatie te bewerkstelligen. Voorwaarde is dan wel dat er zuurstof aanwezig is. Ook bevordert deze harde oxidehuid een druppelvormige condensatie waardoor het rendement van condensors en warmtewisselaars verder wordt verbeterd.

Deze titaanoxidehuid kan men desgewenst ook verdikken m.b.v. anodiseren of door het bloot te stellen aan atomaire zuurstof. Echter in tegenstelling met wat vaak wordt aangenomen, bewerkt het verdikken van de titaanoxidehuid nauwelijks een verbetering van de slijteigenschappen en corrosiebestendigheid. Wel geeft een geanodiseerd oppervlak een grotere weerstand tegen de diffusie van zuurstof bij verhoogde temperatuur en van waterstof in galvanische processen. Het elektrolyt dat veelal hiervoor gebruikt wordt is 80% fosforzuur en 10% zwavelzuur alsmede 10% water. Na een behandeling van circa 10 minuten heeft men een reeds een behoorlijke verdikking van een goed samenhangende oxidehuid verkregen. Wel kan men met deze methode, gecombineerd met een droog smeermiddel, de drang tot het invreten van schroefdraden aanmerkelijk verlagen. Voor stijgbuizen die o.a. toegepast zijn in offshore projecten in Noorwegen heeft men met succes Ti-6Al4V bouten gebruikt die voorzien zijn van een epoxycoating op basis van molybdeendisulfide.

Dit was aangebracht op een titaanoppervlak dat eerst behandeld was door shotpeening gevolgd door anodiseren. Naast deze technieken zijn er meerdere varianten met hun specifieke eigenschappen zoals alkalische anodiseerprocessen die vaak nog dikkere oxidehuiden opleveren. Dergelijke processen zijn gebruikt voor titaanonderdelen die gebruikt zijn door de NASA voor ruimte-expedities.

De oxidehuid van titaan is transparant en kleurloos waardoor men toch het onderliggende metaal kan zien. Een bijzondere eigenschap is dat een dikkere oxidehuid vanwege een andere brekingindex een andere kleur oplevert. Het invallende licht kan in afhankelijkheid van deze dikte alle kleuren van de regenboog laten ontstaan. Van deze eigenschap maken vooral kunstenaars en de edelsmeden dankbaar gebruik. Voor deze zaken wordt veel gebruik gemaakt van een elektrolyt die bestaat uit een oplossing van 3 - 5% natriumtrifosfaat in gedestilleerd water. De kleuren die op het titaan kunnen ontstaan zijn ook afhankelijk van de samenstelling van het elektrolyt en het voltage. Ook zal de tijdsduur en temperatuur van de behandeling van invloed zijn.

Op onderstaande afbeelding ziet men dergelijk gekleurde titaanmonsters. Niet ingewijden denken dan dat er een gekleurde coating is aangebracht maar dat is dus juist niet het geval. Het is gewoon een verandering in de brekingsindex die deze prachtige kleurschakeringen bewerkt.

Gekleurd titaan m.b.v. anodiseren

Heel soms wordt het anodiseren ook gebruikt om ijzercontaminaties te verwijderen die op het oppervlak vanwege het bewerken kunnen voorkomen. Men kan een dergelijke actie dan zien als de laatste handeling om apparatuur en componenten van titaan optimaal af te leveren. Het zal overigens wel duidelijk zijn dat dit dan een alternatief is voor het beitsen.

Ook zijn er technieken ontwikkeld waarbij men het titaanoppervlak pixel voor pixel in kan kleuren waardoor er prachtige kleurschakeringen en effecten ontstaan zodat zelfs complete afbeeldingen in de oxidehuid van het titaan worden verkregen. Vooral architecten maken hier dankbaar gebruik van teneinde een fraaie interieur of gevelbekleding te verkrijgen. Overigens beschikt het zustermetaal zirkonium over deze zelfde eigenschappen waardoor men ook fraaie sieraden kan maken die ook alle kleuren kunnen hebben die men maar wenst.
56
Tantalum / Tantalum hose transitions for a chemical plant
« Last post by WeldTitan on 22 March 2017, 13:51:58 »
Seems nothing special but they are certainly, these little products are pure tantalum hose transitions for a chemical plant of molten MCA.
With a melting temperature of 3020 degrees/ 5468 F welding pure tantalum into a purge chamber is a very difficult task.
We weld these with a patented triple puls GTAW proces inside our most advanced purge chamber at the most critical conditions and only 1 PPM.
If you look closely at the picture you see the bright red hot piece in the middle, just after stopping the arc.

If anyone needs some tantalum to be welded please contact us, we will be happy to quote!
57
Tijdens het mechanisch bewerken van metalen ontkomt men er niet aan dat er metaalspanen ontstaan. Deze spanen voldoen op zich qua chemische analyse volledig aan de gestelde eisen en kunnen als zodanig omgesmolten worden tot nieuwe halffabricaten. Dat vraagt echter veel energie en overeenkomstig veel CO2 uitstoot c.q. milieubelasting. Bovendien ervaart men in toenemende mate de nadelige en ondermijnende effecten van de aanwezige snijolie en residuen op de uiteindelijke kwaliteit van het gerecupereerde product. Een goed voorbeeld hiervan zijn spanen en residuen van titaan.


Er zijn inmiddels sterke aanwijzingen dat de Europese Commissie op den duur de hoeveelheid metaalspanen aan banden wil gaan leggen om de redenen die hierboven beschreven zijn. Men zou dan nog maar een beperkt percentage van het oorspronkelijke uitgangsmateriaal mogen verspanen en dat zet onmiddellijk de deur verder open voor nieuwe technieken die minder afval genereren.


Bijvoorbeeld de Airbus A350 bestaat qua gewicht ongeveer voor 14% uit het gelegeerde titanium grade 5 (6Al4V). Uiteraard wil men zo licht mogelijk construeren en daarom worden titanium halffabricaten zoveel mogelijk verspaand om gewicht uit te sparen. Gemiddeld wordt daarom 90% van het halffabricaat verspaand hetgeen een enorme ‘berg’ spanen betekent (bron: Eisma Media Groep). Deze spanen zijn dus gecontamineerd met snijolierestanten en het behoeft verder geen betoog hoezeer het reinigen van deze spanen een hoge milieubelasting geeft. Daarom wordt er al gezocht naar andere snijemulsies die minder vervuilend zijn. De slijtdeeltjes van de bewerkingsbeitels in de metaalspanen ondermijnen nog verder de kwaliteit van dergelijke residuen. Na het recyclen van deze spanen tot halffabricaat mogen daarom hiervan geen producten meer worden vervaardigd t.b.v. de vliegtuigsector of andere hoogwaardige toepassingen. Dit gevolg noemt men in de recyclingwereld ook wel ‘downcycling’.


Zoals eerder is gesteld, zullen vanwege deze nadelen andere maaktechnieken in de belangstelling komen te staan en een belangrijke is Additive Manufacturing wat een synoniem is voor 3D-printen van metalen. Dit wordt gerealiseerd m.b.v. fijn titaanpoeder. Titaniumpoeder laat zich prima verwerken om m.b.v. deze ‘layer technology’ hoogwaardige producten te maken die nauwelijks afval genereren. In de bouwruimte van een 3D printer heerst een inerte argonatmosfeer die het poeder beschermd tegen oxidatie. Zodra een product gereed is, gaat het ongebruikte titaanpoeder terug naar de cartridge om opnieuw benut te worden bij een volgende productiegang. M.a.w. men heeft op deze wijze minieme hoeveelheden metaalafval.


De geprinte producten beschikken over goede mechanische eigenschappen en een dichtheid die boven de 99,8% uitkomt. Met Additive Manufacturing is men qua geometrie zowel in- als uitwendig volledig vrij. Daarom kan men zeer complexe producten produceren die met conventionele technieken niet te maken zijn. Bovendien kan men zeer dunne wanddiktes realiseren van slechts enkele tienden van millimeters. Op onderstaande foto ziet men een warmtewisselaar van titanium die met 3D printen tot stand gekomen is. Het zal duidelijk zijn dat dit onmogelijk was te produceren zonder deze geavanceerde 3D technologie.


Additive manufacturing vraagt om een herziening van de ontwerpfase dankzij de gunstige karakteristieken en onbeperkte vrijheid in de vormkeuze. Op dit moment is deze productietechniek nog vrij kostbaar en zijn ook de afmetingen van het gerede product beperkt. Fabrikanten van dergelijke machines zijn er klaar voor om hun bestaande systemen op te schalen naar grotere machines met meerdere lasers zodat de productie sneller gaat verlopen en goedkoper wordt. Additieve manufacturing werkt nagenoeg onbemand en continue. Men kan de bouwruimte zo optimaal mogelijk opvullen met allerlei producten die in dezelfde procesgang gelijktijdig vervaardigd worden.


Een nieuwe ontwikkeling zijn hybride machines die naast 3D printen ook in dezelfde bouwruimte de producten mechanisch na kunnen bewerken. Het lijdt geen enkele twijfel dat Additieve Manufacturing een grote vlucht gaat nemen. Een vooraanstaand marketingbureau heeft berekend dat in de komende 5 jaar zo’n 20% van de CNC gestuurde machines worden vervangen door 3D metaalprinters.

Hieronder een warmtewisselaar van titaan die met Additive Manufacturing is vervaardigd.

Ko Buijs
58
Various powder acquisition methods exist. In aerospace, the PREP process (Plasma Rotating Electrode Process) is widely used.

PREP employs feedstock (like the aerospace Ti6-4 alloy) in the form of a rotating bar that also acts as an electrode. This is arced with gas plasma.

The molten metal is (centrifugally) flung off the bar, it cools down and is collected.

This process results in highly spherical powders, between 100 and 300 micrometers in size, with good packing characteristics, as shown on the right.

This material allows the production of high quality, near net shapes, suitable for aerospace applications.
59
Titanium powder metallurgy (PM) potentially offers some very interesting possibilities, like manufacturing net shape or near net shape parts, avoiding machining and recycling costs

It enables virtually any geometry and offers new design possibilities

There are two basic approaches to obtain titanium alloy powder.

These are known as the pre-alloying and the blended elemental approach.

Prerequisites for metallurgical consolidation are:

The powder must be fine and semi-spherical, as this allows higher packing density and low porosity, resulting in strong components
Particles must be compositionally homogeneous as heterogeneity may comprise the benefits.

Some aerospace-relevant powder acquisition methods are known as PREP (Plasma Rotating Electrode Process), TGA (Titanium Gas Atomization), and PA (Plasma Atomization).

60
Grade's / Titanium alloys
« Last post by AirborneMetals on 23 January 2017, 12:58:38 »
Titanium alloys are classified as α, β, and α-β alloys. α-phase titanium is structured close-packed hexagonal and is the manifestation below 885 C, while β-phase is body-centered cubic persisting from 885 C to the melting point.

The α-β transition point may be influenced by adding alloying elements. α-stabilizers (like oxygen and aluminum) are elements raising the transition temperature while β-stabilizers (like manganese, chromium, iron, molybdenum, vanadium and niobium) have the opposite effect; in some cases they may do so to the extent of retention of some β-phase at room temperature.

In aerospace, Ti 6-4 (also known as Grade 5) is the most common alloy. It is a heat-treatable α-β alloy, containing 6% aluminum and 4% vanadium. It can be used up to approximately 400 degrees Centigrade and the alloy combines favorable properties like high strength, corrosion resistance, weldability and good machinability.
Pages: 1 ... 4 5 [6] 7 8 ... 10